Sociale zekerheid

Als algemene regel geldt dat elke tewerkstelling onderworpen is aan de sociale zekerheid. Dat betekent dat zowel je werkgever als jijzelf sociale zekerheidsbijdragen (RSZ-bijdragen) moeten betalen. Deze bijdragen (13,07%) worden afgehouden van je brutoloon en verdeeld onder de ziekteverzekering, de pensioenen, de werkloosheidskas, …

Als je werkt met een studentencontract kan je per kalenderjaar 600 uren werken zonder sociale zekerheidsbijdragen. Er wordt dan slechts een solidariteitsbijdrage van 2,71% van je brutoloon afgehouden, maar geen bedrijfsvoorheffing. Hierdoor is je nettoloon gelijk aan je brutoloon, verminderd met 2,71%.

Het aantal uren dat je kan werken met afhouding van de solidariteitsbijdrage heet het ‘studentencontingent’. Op student@work kan je zien hoeveel uren er al door je werkgever(s) zijn geregistreerd.

Voor de berekening van de 600 arbeidsuren tellen enkel de uren mee die je effectief hebt gewerkt (bv. de uren voor een betaalde feestdag worden niet van je contingent afgetrokken, maar je ontvangt wel het loon verminderd met de solidariteitsbijdrage).

Werk je meer dan 600 uren, dan wordt je tewerkstelling vanaf het 601ste uur onderworpen aan de volledige sociale zekerheidsbijdragen (13,07%). Deze worden automatisch van je brutoloon afgehouden. Je opent hierdoor een aantal rechten die de bijdrage grotendeels compenseren (bv. vakantiegeld).

Je bent niet verplicht om de 600 arbeidsuren eerst op te gebruiken. Je kan, in overleg met je werkgever, ervoor kiezen om eerst aan de slag te gaan met de volledige sociale zekerheidsbijdragen en pas tijdens de zomervakantie de 600 arbeidsuren met solidariteitsbijdrage in te zetten.

Je kan studentenarbeid met solidariteitsbijdrage combineren met:

  • studentenarbeid met volledige sociale zekerheidsbijdragen;
  • maximum 190 uren per jaar met vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen in het verenigingswerk (de socioculturele- en sportsector);
    Let op! Alles boven de 190 uur (verenigingswerk) wordt van je contingent als student (600 uur) afgetrokken.
    Voorbeelden:
        1. student 1: werkt 250 uur als verenigingswerker (250 uur -190 uur = 60 uur), dus het contingent wordt verminderd tot 540 uur.
        2. student 2: werkt eerst 600 uur als student, de uren als verenigingswerker worden beperkt tot 190 uur.
  • maximum 2 aaneensluitende dagen en maximum 50 dagen per jaar als gelegenheidswerknemer in de horeca;
  • werken in een ander statuut (bv. als werknemer, zelfstandige, met dienstencheques, gelegenheidsarbeider in land- en tuinbouw, …).

Studeer je af in juni, dan kan je nog als student met solidariteitsbijdrage werken in de zomervakantie tot uiterlijk 30 september van dat jaar. Als je na afloop van je studentenjob onmiddellijk bij dezelfde werkgever als gewone werknemer aan de slag gaat, dan moet de aard van die job duidelijk verschillen van die van je studentenjob.

Studeer je af of stop je met studeren op een ander moment in het academiejaar, dan kan je, van zodra je bent uitgeschreven, niet meer als student werken.

Let op!  Als je werkt tijdens je studies, kan dit gevolgen hebben voor je  Groeipakket/kinderbijslag en voor de belastingen.