Sociale zekerheid

Als algemene regel geldt dat elke tewerkstelling onderworpen is aan de sociale zekerheid. Dat betekent dat zowel je werkgever als jijzelf sociale zekerheidsbijdragen (RSZ-bijdragen) moeten betalen. Deze bijdragen (13,07%) worden afgehouden van je brutoloon en verdeeld onder de ziekteverzekering, de pensioenen, de werkloosheidskas, …

Als je werkt met een studentencontract kan je per kalenderjaar 650 uren werken zonder sociale zekerheidsbijdragen. Er wordt dan slechts een solidariteitsbijdrage van 2,71% van je brutoloon afgehouden, maar geen bedrijfsvoorheffing. Hierdoor is je nettoloon gelijk aan je brutoloon, verminderd met 2,71%.

Het aantal uren dat je kan werken met afhouding van de solidariteitsbijdrage heet het ‘studentencontingent’. Op student@work kan je zien hoeveel uren er al door je werkgever(s) zijn geregistreerd.

Voor de berekening van de 650 arbeidsuren tellen enkel de uren mee die je effectief hebt gewerkt (bv. de uren voor een betaalde feestdag worden niet van je contingent afgetrokken, maar je ontvangt wel het loon verminderd met de solidariteitsbijdrage).

Je mag meer werken dan 650 uren, maar je tewerkstelling wordt vanaf het 651ste uur onderworpen aan de normale volledige sociale zekerheidsbijdragen (13,07%). Deze worden automatisch van je brutoloon afgehouden. Je opent hierdoor een aantal rechten die de bijdrage grotendeels compenseren (bv. vakantiegeld).

Je bent niet verplicht om de 650 arbeidsuren eerst op te gebruiken. Je kan, in overleg met je werkgever, ervoor kiezen om eerst aan de slag te gaan met de volledige sociale zekerheidsbijdragen en pas tijdens de zomervakantie de 650 arbeidsuren met solidariteitsbijdrage in te zetten.

Je kan studentenarbeid met solidariteitsbijdrage combineren met:

  • studentenarbeid met volledige sociale zekerheidsbijdragen;
  • maximum 190 uren per jaar met vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen in het verenigingswerk (de socioculturele- en sportsector);
    Let op! Je moet rekening houden met limieten per kwartaal en per sector.
    Werk je meer dan die 190 uur  (verenigingswerk), dan worden die uren van je contingent als student (650 uur) afgetrokken.

Voorbeelden:

        1. student 1: werkt 250 uur als verenigingswerker (250 uur – 190 uur = 60 uur), dus het contingent wordt verminderd tot 590 uur.
        2. student 2: werkt eerst 650 uur als student, de uren als verenigingswerker worden beperkt tot 190 uur.
  • maximum 2 aaneensluitende dagen en maximum 50 dagen per jaar als gelegenheidswerknemer in de horeca;
  • werken in een ander statuut (bv. als werknemer, zelfstandige, met dienstencheques, gelegenheidsarbeider in land- en tuinbouw, …).

Studeer je af in juni, dan kan je nog als student met solidariteitsbijdrage werken in de zomervakantie tot uiterlijk 30 september van dat jaar. Als je na afloop van je studentenjob onmiddellijk bij dezelfde werkgever als gewone werknemer aan de slag gaat, dan moet de aard van die job duidelijk verschillen van die van je studentenjob.

Studeer je af of stop je met studeren op een ander moment in het academiejaar, dan kan je, van zodra je bent uitgeschreven, niet meer als student werken.

Let op!  Als je werkt tijdens je studies, kan dit gevolgen hebben voor je  Groeipakket/kinderbijslag en voor de belastingen.