De sociale dienst/studentenvoorzieningen biedt ondersteuning bij zowel financiële als persoonlijke moeilijkheden. Je kan er terecht voor psychosociale ondersteuning, vertrouwelijke gesprekken of doorverwijzing naar hulpverlening.
Je kan de voorwaarden raadplegen bij het thema ‘studietoelage van de Vlaamse Overheid’.
Als je meer informatie wenst op maat van je situatie neem je het best contact op met de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling. Zij kunnen berekenen of je in aanmerking komt voor een studietoelage. Je kan er ook een aanvraag doen voor een voorschot op je studietoelage.
Je kan bij de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling een voorschot aanvragen op je studietoelage. Misschien kom je ook in aanmerking voor aanvullende steun (vb. een toelage) van je studentenvoorziening.
In veel gevallen wel. Afhankelijk van je situatie, kan je onderwijsinstelling aanvullende steun bieden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om korting op vervoer, ondersteuning bij medische kosten, of hulp bij het betalen van studiekosten.
Ja, het recht op bepaalde vormen van financiële ondersteuning hangt vaak samen met je gezinsinkomen of je statuut als student.
Ja, de sociale dienst/studentenvoorziening kan je helpen met het aanvragen van voorschotten, toelagen, of kot-toelages als je daar recht op hebt. Dit is afhankelijk van je persoonlijke en financiële situatie.
Ja, veranderingen in je gezinssamenstelling of inkomen kunnen invloed hebben op het soort hulp waar je recht op hebt. Denk aan scheiding, werkloosheid, of gezinsuitbreiding.
Ja!
Tenzij je studietoelage vorig academiejaar werd goedgekeurd en je bij de opstartvoorkeuren hebt aangeduid dat de afdeling Studietoelagen elk jaar voor jou een dossier mag opstarten. In dat geval wordt je recht op een studietoelage de volgende jaren automatisch onderzocht en je hoef zelf niet opnieuw een aanvraag te doen.
Het is wel belangrijk om steeds na te kijken of je gegevens nog correct zijn en om de nodige documenten (bijv. een huurcontract van je kot) toe te voegen.
Dat kan. Er is geen leeftijdsvoorwaarde voor het aanvragen van een studietoelage.
Je voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarden als je Belg bent of als je in België mag verblijven en studeren op basis van specifieke verblijfsdocumenten. Ook bepaalde niet-Belgische studenten kunnen recht hebben op een studietoelage, afhankelijk van hun verblijfsstatuut en verblijfsduur.
Controleer jouw situatie via de nationaliteitsvoorwaarden of neem contact op de sociale dienst/studentenvoorziening voor informatie op maat.
Ja, dat kan, maar je moet hiervoor een vrijstelling van beschikbaarheid aanvragen bij VDAB (in Vlaanderen) of Actiris (in Brussel). Zonder vrijstelling moet je als werkzoekende altijd beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. De vrijstelling laat je toe een opleiding te volgen zonder je uitkering te verliezen. Vraag de vrijstelling aan vóór je met de opleiding start.
In Vlaanderen dien je een aanvraag in via de VDAB. In Brussel gebruik je het formulier DV13 van Actiris.
Ja, een studietoelage van de Vlaamse overheid kan gecombineerd worden met een werkloosheidsuitkering, zolang je aan de voorwaarden voldoet. De studietoelage wordt niet beschouwd als een loon en beïnvloedt je uitkering niet.
Alleen met een diplomacontract voor minstens 27 studiepunten van financierbare opleidingen kom je in aanmerking voor een studietoelage, tenzij:
– je in je diplomajaar zit en kan afstuderen;
– je een medisch attest hebt waarop een arts verklaart dat je omwille van medische redenen geen 27 studiepunten kan opnemen.
Meer informatie kan je vinden bij de opleidingsvoorwaarden.
Een apart domicilie heeft geen invloed op het bepalen van je leefeenheid. Om als zelfstandig student in aanmerking te komen voor een studietoelage, moet je een bepaald inkomen kunnen bewijzen gedurende een bepaalde periode. Als je dat niet kan aantonen, zal er rekening gehouden worden met het inkomen van de ouder(s) bij wie je laatst gedomicilieerd was.
Neen, een studietoelage kan enkel bij een inschrijving met een diplomacontract.
Ben je ingeschreven met een creditcontract en ligt het gezinsinkomen onder de inkomensgrens voor een studietoelage of er iets boven, dan kom je eventueel in aanmerking voor verminderd studiegeld, nl. het beurstarief of het bijna-beurstarief. Neem hiervoor contact op met de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling.
Je kan bij de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling een voorschot aanvragen op je studietoelage. Misschien kom je ook in aanmerking voor aanvullende steun (vb. een toelage) van je studentenvoorziening.
Het Groeipakket of de kinderbijslag wordt meestal uitbetaald aan je ouders of voogd.
In bepaalde situaties, zoals wanneer je een eigen domicilie hebt of gehuwd bent, kun je zelf de uitbetaling ontvangen.
Neen, je krijgt geen Groeipakket/kinderbijslag meer vanaf de maand volgend op de maand waarin je 25 jaar wordt. De betaling van het Groeipakket/de kinderbijslag wordt automatisch stopgezet
Nee, de uitbetaler van het Groeipakket/het kinderbijslagfonds vindt jouw inschrijvingsgegevens terug in de Databank Hoger Onderwijs. Een attest bezorgen is niet nodig.
In een diplomajaar heb je recht op Groeipakket/kinderbijslag voor het volledige academiejaar, zelfs als je minder dan 27 studiepunten opneemt. Je kan per opleiding (graduaten, bachelors en masters) eenmalig van deze regeling genieten.
Deze regeling geldt niet voor schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s, BanaBa’s, ManaMa’s, postgraduaten, doctoraten en doctoraatsopleidingen.
Je verliest het Groeipakket/de kinderbijslag als je te veel werkt. De regels zijn verschillend, afhankelijk van waar je woont en of je dus Groeipakket of kinderbijslag krijgt. Meer informatie kan je vinden in het hoofdstuk ‘Werken als student’
Als het inkomen van je leefeenheid sinds twee jaar voor de start van het academiejaar is gedaald (bijv. door ziekte, werkloosheid, tijdskrediet), en het totaal van het gezinsinkomen dus verminderd is tegenover dat van het gewone referentiejaar, kan je de studietoelage laten berekenen op het vermoedelijk inkomen van het kalenderjaar waarin het academiejaar is gestart.
Als je nog geen 25 jaar bent, kan je terug Groeipakket/kinderbijslag ontvangen als je aan de andere voorwaarden voldoet.
Dat is afhankelijk of je een domicilie hebt in Vlaanderen of in Brussel.
Neen, dit heeft geen impact op je Groeipakket/kinderbijslag.
Bij langdurige ziekte of afwezigheid kan je in bepaalde gevallen toch recht behouden op Groeipakket of kinderbijslag, mits je situatie erkend wordt en je school je inschrijving bevestigt.
Ja. Als je je inschrijving wijzigt of stopzet, kan dat gevolgen hebben voor je recht op Groeipakket/kinderbijslag. Meer informatie kan je hier vinden.
Dan worden de studiepunten van deze opleidingen samengeteld om na te gaan of je aan de 27 studiepuntennorm komt.
Alle studiepunten tellen mee, ongeacht met welk contract (diploma-, credit- of examencontract) je bent ingeschreven.
Ook bij studies of stage in het buitenland kan je in sommige gevallen Groeipakket of kinderbijslag blijven ontvangen. Je onderwijsinstelling moet de inschrijving bevestigen en het programma moet voldoen aan bepaalde voorwaarden.
Ja, dat mag. Je mag als student zowel een studentenjob als een gewone job doen, maar niet tegelijk voor dezelfde werkgever en functie, en er gelden beperkingen op het aantal uren voor studentenarbeid.
Ja, werken als student kan invloed hebben op je recht op het Groeipakket (Vlaanderen) of kinderbijslag (Brussel).
Vlaanderen: Je behoudt het Groeipakket als je niet meer dan 650 uur per jaar werkt onder het studentenstatuut. Bovenop die 650 uur mag je nog maximaal 80 uur per maand werken met een gewone arbeidsovereenkomst waarvoor de normale sociale bijdragen gelden. Overschrijd je deze 80 uur in een maand, dan verlies je voor die maand het recht op het Groeipakket.
Brussel: Je behoudt de kinderbijslag als je niet meer dan 240 uur per kwartaal werkt, met uitzondering van het derde kwartaal (juli-september), waarin je de 240-urennorm mag overschrijden.
Ja, vanaf de leeftijd van 18 jaar ben je verplicht om jaarlijks een belastingaangifte in te dienen, ongeacht je inkomstenbron. Je kan jouw aangifte indienen via Myminfin.
Je bent fiscaal ten laste van je ouder(s) in 2025 als:
Het maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen verschilt naargelang de situatie van je ouder(s):
Om te bepalen tot welke leefeenheid je behoort en met wiens inkomen er wordt rekening gehouden, kijkt Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) naar de situatie op 31 december van desbetreffende academiejaar.
Bij echtscheiding van je ouders in het jaar waarin het academiejaar gestart is of het jaar ervoor, wordt er voor de berekening van je studietoelage rekening gehouden met de inkomsten van je alleenstaande ouder (bij wie je gedomicilieerd bent) van het jaar waarin de echtscheiding is overgeschreven in het rijksregister.
Bij een feitelijke scheiding, dwz. je ouders zijn niet langer op hetzelfde adres gedomicilieerd, wordt er voor de berekening van je studietoelage pas rekening gehouden met enkel de inkomsten van je alleenstaande ouder (bij wie je gedomicilieerd bent) in het jaar nadat de feitelijke scheiding plaatsvond.
Als student kun je in 2025 tot €15.585,71 bruto per jaar verdienen zonder belastingen te betalen. Om fiscaal ten laste van je ouders te blijven, mag je niet meer dan €12.420 bruto per jaar verdienen, waarvan minstens €3.310 bruto via studentenarbeid moet zijn verkregen. Voor meer informatie kan je terecht op de website van FOD Financiën.
Vanaf 1 januari 2025 mag je als student in België tot 650 uur per kalenderjaar werken onder het statuut van jobstudent, waarbij je slechts een solidariteitsbijdrage van 2,71% op je loon betaalt.
Je kan meer werken dan 650 uur per kalenderjaar: in dat geval is je tewerkstelling – vanaf het 651e uur dat je werkt – onderworpen aan volledige sociale zekerheidsbijdragen.
Als je meer dan 650 uur werkt, betaal je vanaf het 651ste uur de normale sociale zekerheidsbijdragen van 13,07% op je loon. Deze extra uren kunnen invloed hebben op je recht op het Groeipakket of kinderbijslag, afhankelijk van de regio waarin je woont.
Een studentenjob is een tijdelijke tewerkstelling met een studentenovereenkomst en verlaagde sociale bijdragen. Bij een gewone job gelden de gewone bijdragen en arbeidsvoorwaarden.
Het aantal studiepunten dat op 30 juni van het huidige academiejaar als opgenomen wordt beschouwd, is bepalend voor je studietoelage. Wijzigingen in de loop van het academiejaar kunnen dus aanleiding geven tot een bijbetaling of (gedeeltelijke) terugvordering van je studietoelage. Als er geen 27 studiepunten opgenomen zijn, heb je geen recht meer op een studietoelage en wordt deze volledig teruggevorderd (uitzondering: diplomajaar of ernstige ziekte).
Ja, als student kun je als zelfstandige werken onder het statuut van student-zelfstandige, mits je tussen 18 en 25 jaar bent en ingeschreven bent met een diploma-, credit- of examencontract in een erkende onderwijsinstelling.
Je netto bestaansmiddelen zijn je totale inkomsten minus bepaalde vrijstellingen en aftrekken.
Gebruik de berekeningstool om je netto bestaansmiddelen te berekenen.
Je betaalt pas belastingen als je nettobelastbaar inkomen in 2025 hoger is dan €10.910.
Als je meer verdient dan €10.910, betaal je belastingen op het bedrag boven deze grens.
Het wijzigen van je inschrijving kan invloed hebben op je recht op het Groeipakket/kinderbijslag, studietoelage en studiegeld.
Als je minder dan 27 studiepunten opneemt, kan je recht op het Groeipakket of kinderbijslag vervallen. Ook kan het aantal opgenomen studiepunten bepalend zijn voor je studietoelage.
Wijzig je in de loop van het academiejaar iets aan je inschrijving, dan kan het aantal opgenomen studiepunten veranderen. Meer informatie over de gevolgen van de wijziging op je leerkediet kan je vinden in het onderwijs- en examenreglement of bij de studentenadministratie van je onderwijsinstelling. Om de stand van zaken van je leerkrediet te raadplegen, kan je inloggen op ‘Mijn burgerprofiel’.
Neem contact op met de sociale dienst/studentenvoorziening van je onderwijsinstelling voor specifieke informatie over de gevolgen van een wijziging in je inschrijving.
Het stopzetten van je studies kan gevolgen hebben voor je recht op het Groeipakket/kinderbijslag, studietoelage, studiegeld en leerkrediet.
Bij volledige uitschrijving en geen nieuwe inschrijving in hetzelfde academiejaar, wordt dit beschouwd als het stopzetten van je studies. Dit kan leiden tot terugvordering van de studietoelage en verlies van het Groeipakket of kinderbijslag.
Informeer bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling over de specifieke gevolgen van het stopzetten van je studies.
Ja, het stopzetten van je bachelor- of masterstudies kan invloed hebben op je leerkrediet.
Als je stopt met studeren voor de datum die je instelling heeft bepaald, krijg je het ingezette leerkrediet terug. Schrijf je je uit na deze datum, dan verlies je het ingezette leerkrediet.
Wijzig je in de loop van het academiejaar iets aan je inschrijving, dan kan het aantal opgenomen studiepunten veranderen. Meer informatie over de gevolgen van de wijziging op je leerkrediet kan je vinden in het onderwijs- en examenreglement of bij de studentenadministratie van je onderwijsinstelling. Om de stand van zaken van je leerkrediet te raadplegen, kan je inloggen op ‘Mijn burgerprofiel’.
Afhankelijk van het tijdstip van uitschrijving, kan een deel van je studiegeld terugbetaald worden.
De exacte regeling verschilt per onderwijsinstelling en is afhankelijk van de datum van uitschrijving en het aantal opgenomen studiepunten.
Meer informatie kan je vinden in het onderwijs- en examenreglement of bij de studentenadministratie van je onderwijsinstelling.
Zodra je 25 jaar bent of een eigen inkomen hebt, kan je niet meer als persoon ten laste van je ouder(s) ingeschreven zijn bij het ziekenfonds. Je moet je dan zelf aansluiten bij een ziekenfonds naar keuze.
Ouders zijn verplicht om bij te dragen aan het levensonderhoud en de opleiding van hun kinderen totdat deze een diploma behalen dat voldoende kansen biedt op de arbeidsmarkt.
De onderhoudsplicht loopt door na de meerderjarigheid van het kind en eindigt wanneer het kind een diploma (graduaat, bachelor en/of master) heeft behaald dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt. Een aansluitend hoger diploma of bijkomende opleiding die de tewerkstellingskansen verhoogt, kan ook onder de onderhoudsplicht vallen.
Ja, als je financieel niet wordt ondersteund door je ouders en onvoldoende of geen inkomen hebt, kun je bij het OCMW een leefloon aanvragen.
Het OCMW kan je ouders aanspreken in het kader van hun onderhoudsplicht. Je kunt vragen dat het OCMW afziet van terugvordering omwille van billijkheidsredenen, zoals beperkte financiële middelen van je ouders of een problematische relatie.
Ja, ontvangen onderhoudsgeld kan invloed hebben op je belastingaangifte.
Als je inkomen uitsluitend uit onderhoudsgeld bestaat, moet je dit aangeven als 80% daarvan boven de belastingvrije som uitkomt. Als je ook andere belastbare inkomsten hebt, moet je het volledige bedrag van het onderhoudsgeld aangeven.
Als je ouders hun onderhoudsplicht niet nakomen, zijn er verschillende stappen die je kunt ondernemen.
Je kunt advies inwinnen bij de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling of contact opnemen met het OCMW. In sommige gevallen kun je ook een vordering instellen bij de Familierechtbank.
Ja, beide ouders blijven onderhoudsplichtig, ongeacht hun burgerlijke staat of bij wie het kind woont.
De bijdrage van elke ouder wordt bepaald in verhouding tot hun financiële middelen en gezinssituatie. Ondersteuning kan zowel in natura (bijvoorbeeld huisvesting, voeding) als financieel (onderhoudsgeld) worden geleverd.
Je dient een aanvraag in bij het OCMW van de gemeente waar je bent gedomicilieerd. Je kan een eerste aanvraag voor bijstand doen via de de applicatie ‘OCMW online‘.
Ja, het OCMW kan je ouders aanspreken in het kader van hun onderhoudsplicht. Bespreek je situatie met het OCMW om te zien of terugvordering van toepassing is en of er uitzonderingen mogelijk zijn.
Als je onvoldoende of geen financiële steun van je ouder(s) ontvangt en zelf geen of onvoldoende inkomsten hebt, kun je bij het OCMW van je woonplaats een leefloon aanvragen.
Ja, bepaalde inkomsten worden in mindering gebracht op het leefloon.
Het OCMW kan vragen dat je werkt, bijvoorbeeld tijdens de zomervakanties of het academiejaar.
Een GPMI is een schriftelijk contract tussen jou en het OCMW waarin afspraken staan over je studie en eventuele werkverplichtingen.
Ja, als werknemer kun je onder bepaalde voorwaarden een opleiding volgen naast je job. Je hebt mogelijk recht op verlof of financiële ondersteuning afhankelijk van je statuut en woonplaats.
VOV laat je toe om afwezig te zijn op het werk voor een opleiding, terwijl je een deel van je loon blijft ontvangen. Dit geldt voor werknemers in de privésector in het Vlaams Gewest.
Ja, als je in Brussel werkt, kun je tot 180 uur betaald educatief verlof krijgen voor een erkende opleiding.
Opleidingscheques zijn een financiële tussenkomst van de Vlaamse overheid waarmee je de helft van je opleidingskosten kunt betalen, tot een bepaald maximum.
Ja, dat kan via tijdskrediet, loopbaanonderbreking of Vlaams zorgkrediet, afhankelijk van je sector en woonplaats.