Studietoelage van de Vlaamse overheid

Je studietoelage aanvragen

In het hoger onderwijs moet je zelf je studietoelage aanvragen. Dit kan enkel digitaal via de website van Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) waar je je dossier kan controleren, opvolgen en documenten kan toevoegen.

Hoe dien je een aanvraag in?

Ga naar de website van Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) en log in met je elektronische identiteitskaart of de itsme app.
Je aanvraag indienen kan eenvoudig door je contactgegevens, bankrekeningnummer en e-mailadres in te vullen.

Bij ‘opstartvoorkeuren’ duid je best aan dat Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) elk jaar voor jou een dossier mag opstarten. Hierdoor onderzoeken zij elk jaar automatisch jouw recht op een studietoelage.

Let op! Is je dossier van vorig academiejaar nog niet afgehandeld of werd dit afgekeurd, dan wordt je dossier niet automatisch opgestart, ook al duidde je dit vooraf aan. In dat geval moet je opnieuw je ‘opstartvoorkeur’ in je online dossier aanpassen.

Een ouder kan geen aanvraag indienen in jouw naam omwille van de wetgeving op de privacy. Je kan je ouder wel toegang geven om je dossier te bekijken en aan te vullen.

Wanneer dien je een aanvraag in?

Voor het academiejaar 2025-2026 kan dit vanaf 2 juni 2025 tot en met 1 juni 2026.

Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) start met het behandelen van de dossiers vanaf 1 augustus of wanneer de inschrijvingsgegevens van je onderwijsinstelling beschikbaar zijn.

Wat nadat je de aanvraag hebt ingediend?

Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) start je dossier op en stuurt je na verloop van tijd een e-mail met de vraag je gegevens te controleren en eventueel te vervolledigen. Sla deze stap niet over, Studietoelagen behandelt je dossier pas nadat je dit hebt gedaan.
Check zeker ook de berichten in je ongewenste e-mails (SPAM-folder).

Je dossier wordt afgehandeld als alle elementen beschikbaar zijn om een beslissing te nemen. Ontbreekt er nog informatie, dan wordt die aan jou opgevraagd per e-mail.

Let op! Kijk de beslissing van Studietoelagen goed na. Als er elementen zijn waar geen rekening mee werd gehouden (bv. huurcontract kot, verminderde inkomsten), kan je een herziening van je dossier aanvragen tot en met 31 december 2026 of binnen de 6 maanden na  kennisname van nieuwe feiten.


Voorwaarden voor een studietoelage in 2025-2026

Je moet aan 3 voorwaarden voldoen om voor academiejaar 2025-2026 een studietoelage van de Vlaamse overheid te krijgen: nationaliteitsvoorwaarden, opleidingsvoorwaarden en financiële voorwaarden.
Leeftijd speelt geen rol.

Ontvang je een studietoelage van de Vlaamse overheid dan betaal je minder studiegeld aan je onderwijsinstelling.

Nationaliteitsvoorwaarden

Je bent Belg of voldoet aan de specifieke criteria voor studenten met een andere nationaliteit op 31 december 2025.
Heb je een andere nationaliteit, dan gelden bijkomende voorwaarden.
Ben je een pleegkind, dan zijn de nationaliteitsvoorwaarden op jou niet van toepassing.

Je bent een EU-onderdaan

Je bent uiterlijk 31 december 2025 onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie

    • en je woont al 5 jaar onafgebroken in België;
    • of je ouders zijn of je bent zelf EER-onderdaan met bijkomende voorwaarden.

Je ouders zijn of je bent zelf EER-onderdaan

    Je ouders zijn onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en op 31 december 2025 werkt minstens één van hen in België of heeft er gewerkt:

      • als werknemer met een arbeidsovereenkomst van minstens 32 uur per maand, voor een periode van minstens 12
        maanden. Die 12 maanden moeten niet noodzakelijk op elkaar aansluiten, maar ze moeten wel binnen een periode
        van 2 jaar liggen;
      • als zelfstandige moet één van de ouders 2 jaar lang ingeschreven zijn (geweest) in de Kruispuntbank voor Ondernemingen of in het handelsregister.

    Je bent zelf onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en

      • je hebt in 2 jaar vóór 31 december 2025 minstens 12 maanden in België gewerkt met een arbeidsovereenkomst van minstens 32 uur per maand;
      • of je bent op 31 december 2025 gedurende 2 jaar als zelfstandige ingeschreven in de Kruispuntbank voor Ondernemingen.

    Je behoort tot een andere categorie

    Je voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarden als je uiterlijk 31 december 2025 tot één van de onderstaande categorieën behoort:  

      • Je hebt een permanente verblijfsvergunning. 
      • Je bent erkend vluchteling. 
      • Je bent slachtoffer van mensenhandel en je bezit een attest van een gespecialiseerde onthaaldienst (vzw Payoke in Vlaanderen, vzw Pagasa in Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vzw Sürya in het Waals Gewest). 
      • Je bent buitenlandse student onder ‘subsidiaire bescherming’. Dit wil zeggen met een verblijf in België van bepaalde duur wegens een reëel levensgevaar in het land van herkomst. 
      • Je komt van buiten de EER en verblijft gedurende minstens 12 maanden onafgebroken wettig in België. De verblijfsvergunning werd niet verleend om hoger onderwijs te volgen of om te werken en er is ook geen asielprocedure lopende. 
      • Je bent buitenlander en je hebt toelating tot een wettig verblijf in België op basis van gezinshereniging met een persoon die Belg is, met een persoon die aan één van de andere nationaliteitsvoorwaarden voldoet (gelijkstelling met Belgische nationaliteit) of met een persoon die op 31 december 2025 minstens 12 maanden wettig in België verblijft om hoger onderwijs te volgen of te werken en er is geen asielprocedure lopende. 
      • Sinds academiejaar 2022-2023 kwam er een uitbreiding op de nationaliteitsvoorwaarden: kom je uit Oekraïne en heb je een verblijfsvergunning voor ’tijdelijk beschermde’? Dan voldoe je aan de nationaliteitsvoorwaarden als je op 31 december 2025 een verblijfsvergunning voor ’tijdelijke beschermde’ hebt.

    Opleidingsvoorwaarden

    Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) houdt rekening met je volledige studiehistoriek, ongeacht of je in het verleden een studietoelage hebt ontvangen.

    Je volgt een financierbare opleiding

    Je kan een studietoelage ontvangen voor het behalen van 2 graduaten, 2 bachelors, 1 master, 1 schakelprogramma, 1 voorbereidingsprogramma en 1 extra educatieve graduaats-, bachelor- of masteropleiding.

    Wanneer je al 3 graduaten of 3 bachelors of 2 masters behaalde, kom je niet meer in aanmerking voor respectievelijk een educatieve graduaats-, bachelor- of masteropleiding.
    Voor een vervolgopleiding (bv. BanaBa, ManaMa, postgraduaat, …) en de voorbereidingsprogramma’s hierop, kan je geen studietoelage krijgen.

    Je studeert met een diplomacontract

    Je komt enkel in aanmerking als je ingeschreven bent met een diplomacontract van minstens 27 studiepunten, behalve:

      • in het jaar dat je je diploma kan behalen;
      • als je omwille van een ernstige ziekte minder dan 27 studiepunten opneemt. Hiervoor moet je een uitzondering aanvragen bij Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) aan de hand van dit attest.

    Studiepunten die je opneemt met een credit- of examencontract geven geen recht op een studietoelage.

    Als je tijdens het academiejaar je inschrijving wijzigt, kan dit gevolgen hebben voor je studietoelage.

    Je hebt nog studietoelagekrediet

      Je hebt recht op een studietoelage voor het aantal studiepunten dat je opneemt voor zover je over studietoelagekrediet beschikt:

        • Als je voor het eerst in het hoger onderwijs bent ingeschreven, krijg je een startkrediet van 60 studiepunten;  
        • De volgende academiejaren is je studietoelagekrediet gelijk aan het aantal studiepunten waarvoor je in het voorgaande studiejaar credits hebt behaald (met een maximum van 60 studiepunten);
        • Als je onvoldoende studietoelagekrediet hebt, wordt je jokerkrediet aangesproken (= reserve van 60 studiepunten voor je volledige studieloopbaan). 

      Je hebt de verwervingsgrens nog niet bereikt

        Het recht op studietoelage is beperkt, het vervalt als je te veel studiepunten hebt verworven (= studiepunten waarvoor je een creditbewijs hebt behaald) zonder een diploma te behalen. Houd hiermee rekening als je heroriënteert.

          • Voor het behalen van je eerste graduaats- of bachelordiploma kom je in aanmerking voor een studietoelage voor het aantal studiepunten van de totale studieomvang van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven, vermeerderd met 60 studiepunten;
          • Voor het behalen van je tweede graduaats- of bachelorodiploma kom je in aanmerking voor de totale studieomvang van je behaalde opleiding, vermeerderd met de totale studieomvang van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven, vermeerderd met 60 studiepunten; 
          • Voor een masterdiploma is die grens gelijk aan de totale studieomvang van de masteropleiding die je in het jaar van aanvraag volgt, vermeerderd met 30 studiepunten;
          • Voor het behalen van een bijkomend educatief graduaats-, bachelor- of masterdiploma wordt de verwervingsgrens verhoogd met de totale studieomvang van deze opleiding.


        Financiële voorwaarden

        Om recht te hebben op een studietoelage moet het inkomen van de leefeenheid waartoe je behoort onder een bepaalde grens liggen. Die grens is afhankelijk van het aantal punten in je leefeenheid. Hoe lager het inkomen, hoe hoger de studietoelage.

        Overloop onderstaande stappen achtereenvolgens om na te gaan of je aan de financiële voorwaarden voldoet.

        STAP 1: Tot welke leefeenheid behoor je op 31 december 2025?

        Om te bepalen met wiens inkomen rekening wordt gehouden om je studietoelage te berekenen, gebruikt Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) de term ‘leefeenheid’. Je kiest niet zelf tot welke leefeenheid je behoort.
        Om de leefeenheid te bepalen, wordt de onderstaande volgorde gevolgd. De leefeenheid die bovenaan staat primeert. Bijvoorbeeld: als je ‘gehuwd student’ bent, maar ook ‘zelfstandig student’, dan behoor je tot de leefeenheid ‘gehuwd student’.

        Overloop de leefeenheden in deze volgorde om na te gaan tot welke je behoort.

        Gehuwd student

        Je bent ‘gehuwd student’ als je op 31 december 2025:

          • gehuwd bent of;

          • een verklaring van wettelijke samenwoning bij de burgerlijke stand van je gemeente hebt ondertekend of;

          • feitelijk samenwonend bent en samen met je partner 1 of meer gemeenschappelijke kinderen hebt of;

          • feitelijk samenwonend bent en je 1 of meer kinderen van je partner fiscaal ten laste neemt of omgekeerd

        EN

          • samen met je partner vanaf datum huwelijk/wettelijk samenwonen/geboorte kind/fiscaal tenlasteneming kind partner, gedurende 12 maanden een inkomen van minstens € 10 307,68 hebt verworven en dat uiterlijk 31 december 2026.
            Gaat het enkel om inkomsten uit arbeid, dan betekent dat een brutobelastbaar inkomen van minstens
            € 14 725,26.
            Deze 12 maanden hoeven niet aaneensluitend te zijn.
            Als je in een maand minstens 1 dag inkomsten hebt verworven, mag je deze als maand meetellen.

        Je studietoelage zal worden berekend op basis van het referentie-inkomen (STAP 3) van jou en je partner.

        Eerder al aangetoond dat je gehuwd student bent?

        Dan word je dit academiejaar opnieuw als gehuwd student beschouwd, tenzij je op 31 december 2025 bij je ouder(s) bent gedomicilieerd. In dat geval moeten jij en je partner in 2025 samen meer dan € 4 100 inkomen aantonen. Gaat het enkel om inkomsten uit arbeid, dan betekent dat een brutobelastbaar inkomen van minstens € 5 857,15. Lukt dat niet op basis van de inkomsten in 2025, dan kan je deze leefeenheid eventueel opnieuw aantonen met de inkomsten van 2024 en 2025.

        Zelfstandig student

        Je bent ‘zelfstandig student’ als je een financiële zelfstandigheid kan aantonen op 31 december 2025. Een apart domicilieadres volstaat niet en is bovendien geen vereiste.

        Als zelfstandig student moet je aan 2 voorwaarden voldoen:

        je bent geen gehuwd student

        EN

        je moet ten laatste op 31 december 2025 gedurende 12 maanden een inkomen van minstens
        € 10 307,68 aantonen. Gaat het enkel om inkomsten uit arbeid, dan betekent dat een brutobelastbaar inkomen van minstens € 14 725,26.

        Je hebt 2 mogelijkheden waarin deze 12 maanden moeten vallen:

          • binnen een periode van 2 aaneensluitende kalenderjaren eindigend op 31 december van het academiejaar waarvoor je de studietoelage aanvraagt. Concreet moeten deze 12 maanden vallen tussen 1 januari 2024 en 31 december 2025. Dit formulier kan je helpen om jouw inkomsten in kaart te brengen.

          • binnen een periode van 2 aaneensluitende kalenderjaren eindigend op 31 december van het academiejaar waarin je de studies hebt aangevat of hervat. Dit kunnen dus andere kalenderjaren zijn dan diegene van het huidig academiejaar.
            Voorbeeld: je startte je studies in academiejaar 2022-2023. Concreet moeten deze 12 maanden vallen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 (of zoals hierboven tussen 1 januari 2024 en 31 december 2025).

        Deze 12 maanden hoeven niet aaneensluitend te zijn.
        Als je in een maand minstens 1 dag inkomsten hebt verworven, mag je deze als maand meetellen.

        Je studietoelage zal worden berekend op basis van jouw referentie-inkomen (STAP 3).

        Eerder al aangetoond dat je zelfstandig student bent? 

        Dan word je dit academiejaar opnieuw als zelfstandig student beschouwd, tenzij je op 31 december 2025 bij je ouder(s) bent gedomicilieerd. In dat geval moet je in 2025 meer dan € 4 100 inkomen aantonen.

        Gaat het enkel om inkomsten uit arbeid, dan betekent dat een brutobelastbaar inkomen van minstens € 5 857,15. Lukt dat niet op basis van de inkomsten in 2025, dan kan je deze leefeenheid eventueel opnieuw aantonen met de inkomsten van 2024 en 2025.

        Student ten laste

        Je bent ‘student ten laste’ als je op 31 december 2025 niet tot de leefeenheid ‘gehuwd student’ of ‘zelfstandig student’ behoort. Fiscaal ten laste zijn van je ouders is geen vereiste.
        Je studietoelage zal worden berekend op basis van het referentie-inkomen van de ouder(s) bij wie je bent gedomicilieerd op 31 december 2025 (STAP 3).

        Als je op 31 december 2025 bij een andere persoon dan je ouder(s) woont, wordt er rekening gehouden met het inkomen van die andere persoon indien je ofwel:

          • al 3 jaar onafgebroken bij die persoon woont en een ziekenfonds of uitbetaler Groeipakket/kinderbijslagfonds erkent dat je effectief 3 jaar van die persoon ten laste bent;

          • al 3 jaar onafgebroken fiscaal ten laste bent van die persoon;

          • bij die persoon je domicilie hebt ten gevolge van een beslissing van een rechter of een tussenkomst van een publiekrechtelijke overheid of instelling.
            Let op! Verblijf je langer dan 12 maanden in een pleeggezin, dan heb je recht op een studietoelage als pleegkind of pleeggast.

        In onderstaande tabel vind je het inkomen waarmee rekening wordt gehouden. Als je ten laste bent van een andere persoon dan vervang je ‘ouder(s)’ door die andere persoon.

        Domicilie bij Statuut ouder(s) Andere criteria Referentie-inkomen
        2 ouders Al dan niet gehuwd Inkomen beide ouders
        1 ouder

         

         

         

         

        Alleenstaand Inkomen ouder
        Gehuwd of wettelijk  samenwonend met partner Inkomen ouder + partner
        Feitelijk samenwonend met partner

         

        Je ouder en partner hebben samen een kind Inkomen ouder + partner
        Je ouder neemt 1 of meer kinderen van de partner fiscaal ten laste of omgekeerd Inkomen ouder + partner
        Je ouder neemt geen kinderen van de partner fiscaal ten laste of omgekeerd Inkomen ouder
        Alleenstaand student

        Je bent ‘alleenstaand student’ als je op 31 december 2025 niet tot één van de voorgaande leefeenheden behoort en je in één van de volgende situaties verkeert:

          • Je ontvangt een leefloon van het OCMW en je bent niet bij je ouder(s) gedomicilieerd;
          • Je beide ouders zijn overleden;

          • Je had je hoofdverblijfplaats bij een overleden ouder en je woont op 31 december van het kalenderjaar waarin het academiejaar start niet bij je andere ouder;

          • Je langstlevende ouder is of beide ouders zijn ontzet uit het ouderlijke gezag;

          • Je bent opgenomen in een begeleidingstehuis, een gezinstehuis of in een dienst voor begeleid zelfstandig wonen;

          • Je woont zelfstandig en wordt begeleid door een begeleidingstehuis, een gezinstehuis of een dienst voor begeleid zelfstandig wonen;

          • Je valt door je meerderjarigheid niet langer onder de bevoegdheid van de jeugdrechtbank, en je was in het verleden opgenomen in een begeleidingstehuis, een gezinstehuis, een dienst voor begeleid zelfstandig wonen, een pleeggezin;

          • Je was in het verleden opgenomen in een begeleidingstehuis, een gezinstehuis, een dienst voor begeleid zelfstandig wonen of een pleeggezin, en je hebt voortgezette hulpverlening na meerderjarigheid gekregen;

          • Je bent door een gerechtelijke uitspraak toegewezen aan een erkende voorziening van het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap). Deze erkende voorzieningen zijn de multifunctionele centra voor minderjarigen (MFC’s);

          • Je werd in het verleden door een beslissing van een jeugdrechter of publiekrechtelijke overheid opgenomen in een multifunctioneel centrum (MFC’s) dat erkend is door het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap);

        Je studietoelage zal worden berekend op basis van jouw referentie-inkomen.(STAP 3). Je hoeft echter geen minimumbedrag aan te tonen voor deze leefeenheid.

        Bevind je je niet in één van de voorgaande situaties dan kom je alsnog in aanmerking voor de leefeenheid ‘student ten laste’, zelfs als je een apart domicilie hebt.

        STAP 2: Bereken het aantal punten in je leefeenheid

        Om recht te hebben op een studietoelage moet het inkomen van de leefeenheid waartoe je behoort onder een bepaalde grens liggen (= maximumgrens). Die grens is afhankelijk van het aantal punten in je leefeenheid. Hoe meer punten, hoe hoger het inkomen mag zijn om voor een studietoelage in aanmerking te komen (STAP 4). Om het aantal punten van je leefeenheid te bepalen, wordt rekening gehouden met je gezinssituatie op 31 december 2025.

        Let op! Voor 1 persoon kan je verschillende punten tellen. Bv. iemand die fiscaal ten laste is én een handicap heeft, krijgt 1 punt als persoon ten laste en 1 punt omwille van de handicap.

        Het aantal punten in je leefeenheid berekenen, doe je zo:

        Aantal punten
        Pluspunten (optellen) 1 punt per persoon die fiscaal ten laste is én in je gezin gedomicilieerd is.
        Echtgenoten zijn niet fiscaal ten laste van elkaar en tellen niet mee.

        Studenten die niet meer fiscaal ten laste zijn, maar ook niet voldoen aan de voorwaarden van gehuwd, zelfstandig of alleenstaand student, worden wel meegeteld.
        Studenten die voldoen aan de voorwaarden van gehuwd, zelfstandig of alleenstaand student worden niet meegeteld. Zij vormen een eigen leefeenheid.
        1 punt per persoon die hoger onderwijs volgt. Dit aantal verminder je met 1 punt.
        Enkel de personen van hierboven en deze van wie het inkomen in aanmerking wordt genomen.
        1 punt per persoon die fiscaal als gehandicapt wordt beschouwd door een hiertoe bevoegde instantie (Vlaamse belastingdienst, FOD Sociale Zekerheid,…)
        1 punt als je gehuwd student of student ten laste bent (maximum 1 punt per leefeenheid).
        1 punt als je zelfstandig of alleenstaand student bent en je minstens 1 kind ten laste hebt.
        Minpunten (aftrekken) Je moet 1 punt aftrekken voor 1 of meerdere niet-verwanten* die over een inkomen** beschikken.
        *Niet-verwant = persoon die zijn officiële verblijfplaats bij jou heeft maar niet verwant is én niet gehuwd/wettelijk samenwonend is met een inwonende verwant. Bovendien zijn er geen gemeenschappelijke kinderen of wordt er ook geen kind van de ander fiscaal ten laste genomen.

        **Een leefloon of een inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap wordt hier niet als een inkomen beschouwd. In dat geval moet geen minpunt worden toegepast.
        Het aantal punten in je leefeenheid kan nooit lager zijn dan 0.
         

        Totaal =

        STAP 3: Bereken je referentie-inkomen

        De studietoelage voor 2025-2026 wordt berekend op basis van het referentie-inkomen 2023 van je leefeenheid aan de hand van het aanslagbiljet inkomsten 2023 (aanslagjaar 2024).

        Er wordt rekening gehouden met een ander inkomstenjaar in volgende situaties:

        Je referentie-inkomen bestaat uit:

        Waar te vinden?
        Inkomen 2023, aanslagjaar 2024 Ander inkomstenjaar bij wijziging
        Gezamenlijk belastbaar inkomen Aanslagbiljet personenbelasting Fiscale fiches/inkomensattesten
        2 x kadastraal inkomen (KI) vreemd gebruik (= het KI van alle onroerende goederen in het bezit, behalve het eigen huis en de onroerende goederen die voor eigen beroepsdoeleinden worden gebruikt) Aanslagbiljet personenbelasting (luik ‘Samenvatting’): codes 1106, 2106, 1107, 2107, 1108, 2108, 1109, 2109, 1112, 2112, 1115 en 2115 te vermenigvuldigen met 2,0915 (of aanslagbiljet onroerende voorheffing) Aanslagbiljet onroerende voorheffing
        1 x kadastraal inkomen voor eigen beroepsdoeleinden Aanslagbiljet personenbelasting (luik ‘Samenvatting’): codes 1105 en 2105 te vermenigvuldigen met 2,0915 (of aanslagbiljet onroerende voorheffing) Aanslagbiljet onroerende voorheffing
        Afzonderlijk belastbare inkomsten (bv. vervroegd vakantiegeld, achterstallen) Aanslagbiljet personenbelasting Fiscale fiches/inkomensattesten
        80% van het ontvangen alimentatiegeld voor alle kinderen die tot de leefeenheid behoren Rekeninguittreksels Rekeninguittreksels
        Leefloon Attest OCMW Attest OCMW
        Inkomensvervangende tegemoetkoming Attest FOD Sociale Zekerheid Attest FOD Sociale Zekerheid
        Buitenlandse inkomsten Buitenlands aanslagbiljet of attest Buitenlands attest

        Referentie-inkomen =

         

         

        Let op! Bestaat je inkomen voor minstens 70% uit vervangingsinkomsten?

        Let op met onroerende goederen waarin je zelf niet woont (bv. gronden of gebouwen die al dan niet worden verhuurd).

        Als het geïndexeerd kadastraal inkomen van deze onroerende goederen hoger is dan € 1 250 en te hoog in verhouding tot het inkomen (= KI-test), dan krijg je geen studietoelage ook al is het referentie-inkomen lager dan de maximumgrens.

        STAP 4: Voldoe je aan de financiële voorwaarden?

        Je komt in aanmerking voor een studietoelage als je referentie-inkomen (STAP 3) lager ligt dan of gelijk is aan de maximumgrens die overeenstemt met het aantal punten in je leefeenheid (STAP 2).

        Punten Maximumgrens Minimumgrens  Maximum – minimum
         0 € 22 297,62 € 10 115,73  € 12 181,89
         1 € 32 931,25 € 18 280,88  € 14 650,37
         2 € 41 256,14 € 21 138,71  € 20 117,43
         3 € 47 902,18 € 23 542,86  € 24 359,32
         4 € 55 107,86 € 24 994,48  € 30 113,38
         5 € 63 992,49 € 26 431,00  € 37 561,49
         6 € 70 008,85 € 27 867,42  € 42 141,43
         7 € 73 226,96 € 29 303,88  € 43 923,08
         8 € 76 445,02 € 30 740,34  € 45 704,68
         9 € 79 732,98 € 32 176,80  € 47 556,18
         10 € 83 230,90 € 33 613,26  € 49 617,64

        Na het doorlopen van de 4 stappen, kan je zelf je studietoelage berekenen.


        Berekening studietoelage

        Het bedrag van je studietoelage wordt bepaald door:

        • het aantal studiepunten dat je opneemt en waarvoor je studietoelagegerechtigd bent;
        • je referentie-inkomen (STAP 3);
        • of je pendel- of kotstudent bent.

        Als je referentie-inkomen lager ligt dan of gelijk is aan de maximumgrens, dan ben je studietoelagegerechtigd. De minimum studietoelage bedraagt € 332,24.
        Ligt het inkomen boven de maximumgrens dan heb je geen recht op een studietoelage. In bepaalde gevallen kom je misschien wel nog in aanmerking voor een vermindering van je studiegeld.

        Per academiejaar kan je een studietoelage krijgen voor maximaal 60 studiepunten.

        Je bent kotstudent

          Kotstudenten ontvangen een hogere studietoelage. Je wordt als kotstudent beschouwd wanneer je ofwel:

            • een huurcontract hebt afgesloten voor minstens 8 maanden (als je ingeschreven bent voor een volledig academiejaar) of minstens 4 maanden (als je ingeschreven bent voor één semester). Je bent niet gedomicilieerd op het adres van je kot;
            • tot de leefeenheid van ‘gehuwd student’ behoort;
            • tot de leefeenheid van ‘zelfstandig student’ behoort, maar bent niet gedomicilieerd bij (één van) je ouder(s);
            • tot de leefeenheid van ‘alleenstaand student’ behoort;
            • een opleiding buiten België volgt, waarbij je in een buitenlandse onderwijsinstelling ingeschreven bent.

          Je bent studietoelagegerechtigd voor 60 studiepunten

          Als je studietoelagegerechtigd bent voor 60 studiepunten en je referentie-inkomen:

            • Lager ligt dan of gelijk is aan de maximumgrens, bedraagt je studietoelage minstens € 332,24;

            • Lager ligt dan of gelijk is aan de minimumgrens, ontvang je de maximum studietoelage:
                • € 5 141,52 voor een kotstudent (een gehuwd of alleenstaand student wordt steeds als kotstudent beschouwd);

                • € 3 085,91 voor een niet-kotstudent;

            • Tussen de minimum- en de maximumgrens ligt, wordt je studietoelage als volgt berekend:

            • Lager ligt dan of gelijk is aan 1/10 van de maximumgrens, dan wordt aan bepaalde categorieën van studenten een uitzonderlijke studietoelage toegekend:
                • € 6 922,36 voor een kotstudent;

                • € 4 478,09 voor een niet-kotstudent.

          Voorbeelden berekening studietoelage 60 studiepunten

          Je bent studietoelagegerechtigd voor minder dan 60 studiepunten

          Als je voor minder dan 60 studiepunten studietoelagegerechtigd bent, wordt het bedrag van je studietoelage als volgt berekend:

          Je bent studietoelagegerechtigd voor 27 tot 59 studiepunten

          •  kotstudent

          • niet-kotstudent

          Voorbeelden berekening studietoelage 27-59 studiepunten

          Je bent studietoelagegerechtigd voor minder dan 27 studiepunten 

          Voorbeelden berekening studietoelage minder dan 27 studiepunten


          Vermindering studiegeld

          Ontvang je een studietoelage van de Vlaamse overheid, dan betaal je aan je onderwijsinstelling het beurstarief.

          Ligt je referentie-inkomen onder de maximumgrens, maar kom je niet in aanmerking voor een studietoelage omdat je niet aan bepaalde opleidingsvoorwaarden voldoet (bv. bij onvoldoende studietoelagekrediet, een creditcontract), dan kan je een vermindering van het studiegeld aanvragen bij je onderwijsinstelling.

          Is je inkomen te hoog en is het verschil tussen je referentie-inkomen en de maximumgrens niet groter dan € 3 900 (bedrag 2024-2025, het bedrag voor 2025-2026 is nog niet gekend), dan betaal je het bijna-beurstarief.

          Als je geen studietoelage ontvangt omwille van het kadastraal inkomen, kan je misschien toch in aanmerking komen voor een vermindering van het studiegeld.
          Informeer je hierover bij de Studentenadministratie of de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling.


          Meer informatie


          Enkele veelgestelde vragen

          Moet ik ieder academiejaar opnieuw een studietoelage aanvragen?

          Ja!
          Tenzij je studietoelage vorig academiejaar werd goedgekeurd en je bij de opstartvoorkeuren hebt aangeduid dat de afdeling Studietoelagen elk jaar voor jou een dossier mag opstarten. In dat geval wordt je recht op een studietoelage de volgende jaren automatisch onderzocht en je hoef zelf niet opnieuw een aanvraag te doen.
          Het is wel belangrijk om steeds na te kijken of je gegevens nog correct zijn en om de nodige documenten (bijv. een huurcontract van je kot) toe te voegen.

          Ik ben ouder dan 25 jaar. Kan ik nog een studietoelage aanvragen?

          Dat kan. Er is geen leeftijdsvoorwaarde voor het aanvragen van een studietoelage.

          Wanneer voldoe ik aan de nationaliteitsvoorwaarden?

          Je voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarden als je Belg bent of als je in België mag verblijven en studeren op basis van specifieke verblijfsdocumenten. Ook bepaalde niet-Belgische studenten kunnen recht hebben op een studietoelage, afhankelijk van hun verblijfsstatuut en verblijfsduur.

          Controleer jouw situatie via de nationaliteitsvoorwaarden of neem contact op de sociale dienst/studentenvoorziening voor informatie op maat.

          Kan ik een studietoelage aanvragen als ik minder dan 27 studiepunten opneem?

          Alleen met een diplomacontract voor minstens 27 studiepunten van financierbare opleidingen kom je in aanmerking voor een studietoelage, tenzij:
          – je in je diplomajaar zit en kan afstuderen;
          – je een medisch attest hebt waarop een arts verklaart dat je omwille van medische redenen geen 27 studiepunten kan opnemen.

          Meer informatie kan je vinden bij de opleidingsvoorwaarden.

          Ik ben apart gedomicilieerd. Welke invloed heeft dit op mijn studietoelage?

          Een apart domicilie heeft geen invloed op het  bepalen van je leefeenheid. Om als zelfstandig student in aanmerking te komen voor een studietoelage, moet je een bepaald inkomen kunnen bewijzen gedurende een bepaalde periode. Als je dat niet kan aantonen, zal er rekening gehouden worden met het inkomen van de ouder(s) bij wie je laatst gedomicilieerd was.

          Kan ik een studietoelage aanvragen als ik ben ingeschreven met een credit- of een examencontract?

          Neen, een studietoelage kan enkel bij een inschrijving met een diplomacontract.
          Ben je ingeschreven met een creditcontract en ligt het gezinsinkomen onder de inkomensgrens voor een studietoelage of er iets boven, dan kom je eventueel in aanmerking voor verminderd studiegeld, nl. het beurstarief of het bijna-beurstarief. Neem hiervoor contact op met de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling.

          Ik heb mijn studietoelage nog niet ontvangen en moet ondertussen mijn studiemateriaal en kot betalen.

          Je kan bij de sociale dienst/studentenvoorzieningen van je onderwijsinstelling een voorschot aanvragen op je studietoelage. Misschien kom je ook in aanmerking voor aanvullende steun (vb. een toelage) van je studentenvoorziening.

          Ons gezinsinkomen is gedaald. Kan er rekening gehouden worden met recente inkomsten?

          Als het inkomen van je leefeenheid sinds twee jaar voor de start van het academiejaar is gedaald (bijv. door ziekte, werkloosheid, tijdskrediet), en het totaal van het gezinsinkomen dus verminderd is tegenover dat van het gewone referentiejaar, kan je de studietoelage laten berekenen op het vermoedelijk inkomen van het kalenderjaar waarin het academiejaar is gestart.

          Mijn ouders zijn recent gescheiden. Met wiens inkomen wordt er rekening gehouden?

          Om te bepalen tot welke leefeenheid je behoort en met wiens inkomen er wordt rekening gehouden, kijkt Studietoelagen (afdeling Toelagen en Erkenningen) naar de situatie op 31 december van desbetreffende academiejaar.

          Bij echtscheiding van je ouders in het jaar waarin het academiejaar gestart is of het jaar ervoor, wordt er voor de berekening van je studietoelage rekening gehouden met de inkomsten van je alleenstaande ouder (bij wie je gedomicilieerd bent) van het jaar waarin de echtscheiding is overgeschreven in het rijksregister.

          Bij een feitelijke scheiding, dwz. je ouders zijn niet langer op hetzelfde adres gedomicilieerd, wordt er voor de berekening van je studietoelage pas rekening gehouden met enkel de inkomsten van je alleenstaande ouder (bij wie je gedomicilieerd bent) in het jaar nadat de feitelijke scheiding plaatsvond.

          Moet ik mijn studietoelage terugbetalen als ik mij uitschrijf voor mijn huidige opleiding of het aantal studiepunten verminder in de loop van het academiejaar?

          Het aantal studiepunten dat op 30 juni van het huidige academiejaar als opgenomen wordt beschouwd, is bepalend voor je studietoelage. Wijzigingen in de loop van het academiejaar kunnen dus aanleiding geven tot een bijbetaling of (gedeeltelijke) terugvordering van je studietoelage. Als er geen 27 studiepunten opgenomen zijn, heb je geen recht meer op een studietoelage en wordt deze volledig teruggevorderd (uitzondering: diplomajaar of ernstige ziekte).